De restauratie-ethiek.
Matteo Visser is van mening dat een gerestaureerd object technisch in orde moet zijn; deuren moeten kunnen draaien en sluiten; lades moeten soepel schuiven. Een restauratie mag echter niet ten koste gaan van de authenticiteit. Gebruikte materialen en methodieken moeten dezelfde grondslag hebben als die zijn toegepast bij het maken van het object.

Fineerreparaties bijvoorbeeld worden uitgevoerd met gezaagd fineer en verlijmd met huidenlijm. Hierbij wordt identiek hout gezocht, ook als dit een antieke houtsoort betreft. De oppervlakteafwerking is altijd afgestemd op de aard van een object, de periode waarin het is gemaakt en de gebruikte houtsoorten. Veel gebruikte afwerkmaterialen voor 18de-eeuwse objecten zijn bijvoorbeeld copalhars, colophonium, harde paraffinewas, bijenwas, carnaubawas, spijkolie en chinese houtolie. Hiermee werd een was of lakpreparaat samengesteld met alcohol of terpentijn als drager. In de 19de eeuw werd schellakpolitoer op grote schaal toegepast.

Het kan voorkomen dat originele onderdelen in het ongerede zijn geraakt. In overleg met de klant en indien dit wenselijk is voor het object kunnen er sloten en sleutels, beslag of andere ontbrekende zaken worden bijgemaakt.

Samenwerking.
Voor sommige restauraties wordt er nauw samengewerkt met andere disciplines. Te denken valt aan overleg met conservatoren en collectiebeheerders, instrumentmakers, uurwerkrestauratoren, glasblazers en meubelstoffeerders.